Uitgebreide resultaten van de SWIFT-1 en SWIFT-2 klinische onderzoeken tonen aan dat GSK’s ultra-langwerkende anti-IL-5 depemokimab het jaarlijkse aantal astma-exacerbaties met 54% verminderde bij patiënten met ernstig astma wanneer het medicijn halfjaarlijks werd toegediend. Deze resultaten werden gepresenteerd tijdens het European Respiratory Society (ERS) congres en markeren een potentieel belangrijke ontwikkeling voor de behandeling van ernstig astma.
De SWIFT-1 en SWIFT-2 studies, uitgevoerd onder 762 patiënten van 12 jaar en ouder met ernstig astma en een eosinofiel fenotype, bereikten hun primaire eindpunten. In een vooraf gespecificeerde gecombineerde analyse, die gelijktijdig werd gepubliceerd in het New England Journal of Medicine (NEJM), werd een significant verschil gevonden tussen de behandelde groep en de placebogroep. Patiënten die depemokimab ontvingen, hadden gemiddeld 0,51 astma-exacerbaties per jaar, vergeleken met 1,11 exacerbaties in de placebogroep.
In de SWIFT-1 studie vertoonde de behandelde groep een jaarlijkse reductie van astma-exacerbaties van ongeveer 58% in vergelijking met placebo, terwijl SWIFT-2 een reductie van 48% liet zien. Naast de primaire uitkomsten werd er in een gecombineerde analyse ook een 72% reductie waargenomen in het aantal exacerbaties dat leidde tot ziekenhuisopnames of spoedeisende hulpbezoeken.
Hoewel de behandeling effectiever bleek te zijn in het reduceren van exacerbaties, bereikten secundaire eindpunten gerelateerd aan de kwaliteit van leven en symptomen geen statistische significantie in de afzonderlijke onderzoeken. Wat betreft veiligheid waren de bijwerkingen vergelijkbaar tussen de depemokimab- en placebogroepen, waarbij 72% tot 78% van de deelnemers bijwerkingen rapporteerde. De meest voorkomende bijwerkingen waren COVID-19-infecties, gevolgd door verkoudheden. Het aantal patiënten dat last had van nasofaryngitis was lager in de depemokimabgroep dan in de placebogroep.
De concurrentie in het landschap voor ernstige astmabehandelingen blijft echter groot, met bestaande behandelingen zoals dupilumab, een IL-4/13-remmer, en tezepelumab, een anti-TSLP monoklonaal antilichaam. Ondanks de positieve resultaten van depemokimab wordt er in de wetenschappelijke gemeenschap gediscussieerd over de vraag of deze behandeling zich effectief kan meten met bestaande therapieën, met name op het gebied van patiëntgemak en het aantal benodigde injecties per jaar.
GSK voert daarnaast de NIMBLE-studie uit, waarin de effectiviteit van depemokimab wordt geëvalueerd bij patiënten die overstappen van bestaande IL-5-remmers zoals mepolizumab en benralizumab naar deze nieuwe behandeling.
Referentie