Toevoeging sotatercept aan standaardbehandeling effectief bij pulmonale arteriële hypertensie

september 2021 ERS congres 2021 Dominique Vrouwenvelder

Prof. dr. Hoeper presenteerde tijdens ERS 2021 tussentijdse resultaten van de open-label extensieperiode van de PULSAR-studie, een fase II, gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde studie waarin de veiligheid en werkzaamheid van sotatercept versus placebo werd vergeleken wanneer toegevoegd aan de standaardbehandeling voor de behandeling van pulmonale arteriële hypertensie.

Marius M. Hoeper, Hannover Medical School, Hannover, Duitsland

Pulmonale arteriële hypertensie (PAH) wordt gekenmerkt door pulmonale vaatremodellering, resulterend in een verhoogde pulmonale arteriële druk en progressieve rechterventrikel disfunctie. Sotatercept werkt als een omgekeerd remodellerend middel dat wordt geacht de anti-proliferatieve (BMPR-II-gemedieerde) en pro-proliferatieve (ActRIIA-gemedieerde) signalering opnieuw in evenwicht te brengen. In preklinische modellen van PAH keerde sotatercept de pulmonale arteriële wand en rechter ventriculaire remodellering om.

PULSAR-studie

In totaal werden 106 patiënten geïncludeerd in de PULSAR-studie. Zij waren verspreid over 43 instellingen en 8 landen. Aan het begin van de placebogecontroleerde studieperiode werden patiënten 3:3:4 gerandomiseerd toegewezen aan standaardbehandeling (‘standard of care’, SOC)  + placebo (n=32), SOC + 0,3 mg/kg sotatercept (n=32), of SOC + 0,7 mg/kg sotatercept (n=42). In de open-label extensieperiode werden de patiënten uit de placebogroep 1:1 gerandomiseerd naar SOC + 0,3 mg/kg sotatercept (n=15) of SOC + 0,7 mg/kg sotatercept (n=15). De patiënten die initieel al sotatercept kregen in de placebogecontroleerde fase, bleven op dezelfde lage (n=31) of hoge (n=36) dosering in de open-label extensieperiode.

RESULTATEN

Hoeper presenteerde data van de 6-minuten looptest, de hoeveelheid ‘brain natriuretic peptide’ (BNP/NT-proBNP) en WHO FC-klasse waarin baseline werd vergeleken met week 24 en 48. Sotatercept bleef in de open-label extensieperiode leiden tot extra verbeteringen voor alle parameters voor de groep die continue sotatercept kreeg. De groep die van placebo overstapte op sotatercept vertoonde ook verbetering op alle parameters.

Op het moment van de tussentijdse data cut-off meldden 103/106 (97%) patiënten behandelingsgerelateerde bijwerkingen (‘treatment-emergent adverse events’, TEAEs). Ernstige TEAEs traden op bij 30/106 (28%) patiënten. Over het geheel genomen hadden 9/106 (9%) patiënten TEAEs die leidden tot stopzetting van de studie. Het veiligheidsprofiel van sotatercept was consistent met wat bekend was uit de placebogecontroleerde behandelingsperiode.

CONCLUSIE

In dit eerste tussentijdse rapport van de open-label verlengingsperiode van PULSAR, werd de klinische werkzaamheid gehandhaafd of verbeterd met behandeling met sotatercept op meerdere eindpunten van de studie tot 48 weken. Verbeteringen die werden waargenomen bij patiënten die opnieuw werden gerandomiseerd van de placebogroep naar behandeling met sotatercept, komen overeen met de eerste resultaten van de placebogecontroleerde behandelingsperiode. Veiligheidsbevindingen waren consistent met eerdere rapporten bij PAH en andere patiëntpopulaties.

De definitieve gegevens van de open-label verlengingsperiode worden binnenkort verwacht en de werkzaamheid van sotatercept zal verder worden geëvalueerd in een fase III-studie.

Referentie

Hoeper MM, et al. PULSAR open-label extension: interim results from a phase 2 study of the efficacy and safety of sotatercept when added to standard of care for the treatment of pulmonary arterial hypertension (PAH). Gepresenteerd tijdens ERS 2021; abstract 140.