ReLoAd-studie: symptoomgericht revalideren is effectief bij mensen met post-COVID

september 2024 ERS 2024 Max Teuwen

Post-COVID wordt gekenmerkt door een breed scala aan symptomen die de kwaliteit van leven beïnvloeden. Hoewel er een aantal interventiestudies zijn gedaan, ontbreekt bewijs uit gerandomiseerde studies die de werkzaamheid van uitgebreide, symptoomgerichte revalidatieprogramma’s hebben onderzocht. En die gegevens zijn juist van groot belang bij het opstellen van richtlijnen omtrent de behandeling van mensen met post-COVID. In de ReLoAd-studie werd de effectiviteit van het symptoomgerichte revalidatieprogramma REHAB bij mensen post-COVID onderzocht. 1 Tijdens het ERS 2024 presenteerde Tessa Schneeberger (Institute for Pulmonary Rehabilitation Research, Schönau am Königsee, Duitsland) resultaten van de ReLoAd-studie.

De coronapandemie heeft niet alleen miljoenen levens geëist, maar heeft ook tot veel gevallen van post-COVID geleidt.2 De pandemie mag dan achter ons liggen, maar COVID-19 blijkt ook op de lange termijn veel negatieve effecten te hebben. Mensen die langdurige symptomen hebben overgehouden aan een SARS-CoV-2-infectie hebben daar zelf last van, maar ook gezondheidszorgsystemen en economieën worden gehinderd door post-COVID. Effectieve revalidatie-interventies kunnen deze gevolgen van post-COVID mogelijk bestrijden.2 In de ReLoAd-studie werd het effect van de revalidatie-interventie REHAB op de kwaliteit van leven van mensen met post-COVID vergeleken met de gebruikelijke zorg.  

Studieopzet

ReloAd is een gerandomiseerde studie die werd uitgevoerd in meerdere Duitse studiecentra en waarin patiënten met post-COVID 1:1 werden gerandomiseerd tussen de REHAB-interventie programma van 3 weken (REHAB-groep) of gebruikelijke zorg (GZ-groep). Het REHAB-programma duurde 3 weken en was multimodaal. De interventies in het REHAB-programma werden afhankelijk van het belangrijkste symptoom van de deelnemer afgestemd en waren gericht op het verbeteren van de vermoeidheid, cognitieve functie of lichamelijke symptomen. De primaire uitkomstmaat was de gemiddelde verandering in de kwaliteit van leven, gemeten bij de aanvang van de studie (baseline/T1) en na afronding van de behandeling van 3 weken (T2), op basis van de fysieke en mentale componentscores van de ’12-item Short Form Survey’ (SF-12). De verandering in de kwaliteit van leven over een langere follow-upperiode, namelijk 3 maanden (T3), was een secundaire uitkomstmaat. Andere secundaire uitkomstmaten waren de veranderingen in de ‘Patient Health Questionnaire-9’ (PHQ-9), de ‘Generalized Anxiety Disorder-7’ (GAD-7), de ‘Fatigue Assessment Scale’ (FAS; classificaties: geen vermoeidheid, vermoeidheid, extreme vermoeidheid), het vermogen om te werken (ja/nee), en de veiligheid van de interventie.

Resultaten

In totaal werden 132 deelnemers gerandomiseerd, waarvan er 102 de studie voltooiden (REHAB-groep vs. GZ-groep: n=47 vs. n=55). De baselinekarakteristieken waren vergelijkbaar tussen de groepen: de respectievelijke gemiddelde leeftijd was bij REHAB of GZ 47 en 48 jaar, 89,4 en 91,2% had een mild COVID-19-verloop, en 40,4 en 38,6% van de deelnemers waren niet in staat om te werken door post-COVID. De primaire uitkomstmaat verschilde statistisch significant tussen beide groepen. De fysieke componentscore van de SF-12 was na 3 weken 2,9 punten hoger in de REHAB-groep vergeleken met de GZ-groep (95%-BI: 0,35–5,5; p=0,026) en de mentale componentscore was 6,5 punten hoger in de REHAB-groep vergeleken met de GZ-groep (95%-BI: 2,5–10,0; p=0,001). Wanneer dezelfde metingen gedaan werden over een follow-upperiode van 3 maanden, bleef alleen het verschil in de fysieke componentscore ten behoeve van REHAB statistisch significant (verschil [95%-BI]: 4,3 punten [1,66–6,96]; p=0,002). Na 3 maanden was het voordeel voor REHAB in de mentale componentscore 3,7 punten, wat niet statistisch significant was (95%-BI: -0,25–7,76; p=0,066).

Ook de PHQ-9-uitkomsten waren statistisch significant beter in de REHAB-groep, zowel na 3 weken met een verschil van -2,9 punten (95%-BI: -4,4– -1,3), als na 3 maanden follow-up met een verschil van -2,3 punten (95%-BI: 3,8– -0,75). De GAD-7 was tevens statistisch significant beter in de REHAB-groep vergeleken met de GZ-groep na 3 weken (verschil [95%-BI]: -2,6 punten [-3,9– -1,2]), maar dit was na 3 maanden niet meer significant (verschil [95%-BI]: -1,3 punten [-2,6–0,09]). Het percentage deelnemers dat extreme vermoeidheid ervaarde, nam af in de REHAB-groep en bleef stabiel in de GZ-groep (T1 REHAB vs. GZ: 50,9 vs. 55,3%; T2 REHAB vs. GZ: 44,7 vs. 57,9%; T3: REHAB vs. GZ: 39,1 vs. 53,1%). Een vergelijkbaar patroon was zichtbaar voor het percentage deelnemers dat niet in staat was om te werken door post-COVID; dit percentage nam af in de REHAB-groep maar bleef stabiel in de GZ-groep (T1 REHAB vs. GZ: 40 vs. 39%; T3 REHAB vs. GZ: 31 vs. 40%). Er werden geen ongewenste voorvallen gerapporteerd.

Conclusie


Uit de Duitse, gerandomiseerde ReLoAd-studie is gebleken dat het symptoomgerichte revalidatieprogramma REHAB de kwaliteit van leven van mensen met post-COVID kan verbeteren ten opzichte van de gebruikelijke zorg. Zowel de fysieke als mentale aspecten van de kwaliteit van leven gingen er door REHAB op vooruit, hoewel het verschil met de gebruikelijke zorg alleen voor de fysieke componentscore na 3 maanden nog statistisch significant verbeterd was.

Referenties

  1. Schneeberger T, et al. Symptom-based rehabilitation (REHAB) vs. usual care in people with post COVID-19 condition – the Reload trial: a randomized controlled trial (RCT). Gepresenteerd tijdens ERS 2024; Presentatie 3722.
  2. Gloeckl R, et al. Rehabilitative interventions in patients with persistent post COVID-19 symptoms-a review of recent advances and future perspectives. Eur Arch Psychiatry Clin Neurosci 2023: online ahead of print.