Dit artikel is onderdeel van de Editor’s Pick maart 2023, bestaande uit een selectie van klinisch relevante literatuur die onlangs gepubliceerd is in de belangrijkste internationale wetenschapstijdschriften gefocust op astma, allergie en/of klinische immunologie. Deze selectie is gemaakt door Dr. Douwe de Boer (Biochemicus, Maastricht UMC+). Bekijk hier de gehele selectie.
Het vaak ophoesten van slijm staat rechtstreeks in verband met een hogere ziektelast voor mensen met astma en/of COPD. Dat is de uitkomst van de NOVELTY-studie die onlangs werd gepresenteerd.1
Een aanhoudende hoest gecombineerd met de productie van sputum is een van de voornaamste symptomen van COPD. In de NOVELTY-studie werd in kaart gebracht in welke mate frequent ophoesten van slijm samenhing met de vooruitzichten voor patiënten met medisch vastgestelde astma en/of COPD.2
De definitie van frequent optredende hoest was bepaald op basis van vragen uit de St George’s Respiratory Questionnaire (SGRQ). Ophoesten van slijm werd als frequent bestempeld wanneer het zich minstens drie dagen per week voordeed over een periode van drie maanden. Aan de hand van verzamelde data werd aan de hand van logistische regressie de verbanden onderzocht tussen ziektekenmerken bij aanvang van de studie en exacerbaties gedurende een follow-up van 12 maanden.
Bij aanvang van de studie waren er SGRQ-data beschikbaar van 7.125 patiënten, van wie 31,3% last had van frequent ophoesten van slijm. Het vaakst deed zich dit voor bij mensen met zowel astma als COPD (38,8%), gevolgd door mensen met alleen COPD (38,1%) en alleen astma (25,0%). Frequent ophoesten van slijm deed zich vaker voor bij rokers dan bij mensen die ooit, of nooit gerookt hadden. Patiënt-gerapporteerde verergering van symptomen kwam meer voor bij de patiënten met frequente hoestklachten dan bij patiënten zonder hoestklachten.
Een afname van post-bronchodilator FEV1 en een geschiedenis van blootstelling aan luchtvervuiling thuis of op het werk bleken een associatie te vertonen met het frequent ophoesten van slijm bij mensen met astma en COPD, alleen COPD en alleen astma. Patiënten die bij aanvang van de studie frequent slijm ophoestten hadden een grotere kans om minstens 1 exacerbatie te krijgen in de daaropvolgende 12 maanden (oddsratio [95%-BI]: 1,71 [1,52-1,93]), inclusief exacerbaties die ziekenhuisopname noodzakelijk maakten en exacerbaties die met orale corticosteroïden behandeld werden.
Concluderend stelden de onderzoekers dat frequent ophoesten van slijm een belangrijke indicator is van slechtere klinische uitkomsten bij mensen met astma en/of COPD. Er is meer onderzoek naar de onderliggende mechanismes nodig om uiteindelijk tot een doelgerichte behandeling te komen.
Referenties