Binnen het ‘one health’-concept zijn verschillende factoren omschreven die kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van astma, zoals verlies aan biodiversiteit, minder variatie in het microbioom en weinig interactie met de natuur.1 De vraag is of door het verbeteren van deze factoren de prevalentie van astma verlaagd zou kunnen worden. Tijdens EAACI 2023 gaf dr. Isabella Pali-Schöll (University of Veterinary Medicine, Wenen, Oostenrijk) een symposiumpresentatie over het effect van groene ruimten op de ontwikkeling van allergieën en astma.2
Blootstelling aan meer groene ruimten is geassocieerd met een veelvoud aan gezondheidsvoordelen, zoals een lagere bloeddruk, minder risico op diabetes en prostaatkanker en een betere mentale gezondheid.2 Daarnaast is bekend dat een groene omgeving de luchtkwaliteit verhoogt, de effecten van klimaatverandering kan beperken en de respiratoire gezondheid verbetert. Sommige bomen en grassen kunnen echter allergenen verspreiden en zo juist allergieën en astma veroorzaken.
Kinderen van moeders die tijdens de zwangerschap in een gebied met veel bomen en een uitgebreid bladerdak woonden blijken een hoger risico te lopen op astma en sensitisatie tegen boompollen.3 Coniferen blijken in het bijzonder bij te kunnen dragen aan de ontwikkeling van atopisch eczeem bij kinderen.4 Uit een recente meta-analyse bleek echter dat er geen associatie bestaat tussen blootstelling aan groen en het risico op allergische rinitis.5 Het risico op astma is lager bij kinderen van 8-12 jaar die in hoge mate blootgesteld worden aan bomen en groene ruimten.6 Daarnaast bleek dat hoe grijzer de omgeving van het kind, hoe hoger het risico op astma en allergische rinitis. Het is echter van belang in welk seizoen blootstelling aan de groene ruimten plaatsvindt: in de lente wordt het risico op allergische rinitis verhoogd, terwijl blootstelling in de zomer dit risico juist mitigeert in de vroege levensfase.7 Opgroeien nabij groene ruimte lijkt de sensitisatie tegen voedsel- en luchtallergenen te verlagen.8
De rol van grassen en bomen lijkt tegengesteld. Waar blootstelling aan grassen het risico op allergische sensitisatie en astma verhoogt, heeft bloostelling een bomen juist een positief effect.9,10 Met name de aanwezigheid van bos- en landbouwgrond vermindert atopische IgE-gemedieerde sensitisatie, wat mogelijk veroorzaakt wordt door de aanwezigheid van proteobacterieën op de huid van mensen in deze omgeving.11 Hoe meer diversiteit aan bomen, des te minder astma zich ontwikkelde bij mannen van 0-19 jaar.12 Bij vrouwen of personen ouder dan 20 werd echter geen dusdanige associatie gezien. Ook groenruimte in de stad, in dit geval in Shanghai (China), blijkt het risico op jeugdastma te verlagen.13
Deze associaties lijken te worden veroorzaakt door veranderingen in het microbioom van de huid en neus, veroorzaakt door blootstelling aan planten en bomen. De verrijking van het microbioom die veroorzaakt wordt door groenruimte kan echter teniet worden gedaan door luchtvervuiling.14 Patiënten die reeds allergieën hebben, ondervinden toegenomen emotionele stress tijdens het boompollenseizoen, maar als zij in een groene omgeving wonen, biedt dit bescherming tegen deze stress – behalve wanneer de groenruimte veel allergenen bevat.15 Allergische patiënten vertonen dus alleen verhoogde stressniveaus door de nabijheid van groenruimte tijdens het pollenseizoen als de omgeving veel allergenen bevat, maar de rest van het jaar is blootstelling aan een dusdanige omgeving juist gunstig. Door de tuinen van kinderopvangcentra te vergroenen met bloemen, bomen en struiken kon in een kort tijdsbestek (28 dagen) de samenstelling van het microbioom van de kinderen in de opvang op gunstige wijze worden beïnvloed.16 Dit effect hield ten minste 2 jaar stand.
Het voorzien van een kantoor in Finland met een groene muur vol planten voor een periode van 2 weken verlaagde de concentratie interleukine (IL)-17 in het serum, terwijl het microbioom op gunstige wijze beïnvloed werd.17 Vergroening van de façades van gebouwen kan de temperatuur van het betreffende gebouw verlagen, zo ook het beplanten van het dak van een gebouw.
Om de positieve effecten van groenruimte te benutten is het belangrijk om gebouwen te vergroenen, zowel binnens- als buitenshuis. Daarnaast is het van belang om steden te voorzien van groene ruimten en om de huidige infrastructuur aan te passen om meer groen te faciliteren. Hoewel groene ruimten kunnen bijdragen aan allergieën, heeft blootstelling aan allergie-vriendelijk groen vooral voordelen, ook voor patiënten met een allergie.
Referenties