SAMENVATTING

Allergische ziekten, zoals astma, hooikoorts en eczeem worden veroorzaakt door variaties in de DNA-code en omgevingsfactoren. Tot nu toe is echter slechts een deel van de erfelijke bijdrage aan allergie duidelijk. Epigenetica betreft alle (erfelijke) mechanismen die genexpressie reguleren, zonder dat de DNA-code zelf gewijzigd is. DNA-methylatie, de binding van een methylgroep aan een cytosinebase, is het meest bestudeerd. Omgevingsfactoren kunnen epigenetische modificaties aan DNA beïnvloeden. Blootstelling aan sigarettenrook in utero is geassocieerd met sterke veranderingen van DNA-methylatie in navelstrengbloed; deze effecten worden ook tot op schoolgaande leeftijd geobserveerd. Daarnaast zijn effecten van luchtverontreiniging, maternale stress en luchtweginfecties op DNA-methylatie bij kinderen vastgesteld, zowel in bloed- als in neuscellen. Allergie en astma hebben reproduceerbare DNA-methylatiepatronen, die lijken te berusten op de influx en activatie van inflammatoire cellen: eosinofiele granulocyten in bloed, en T-cellen en epitheliale cellen in neuscellen. Toekomstig onderzoek zal moeten uitwijzen of de link tussen omgeving, epigenetica en het ontstaan van allergie causaal is. DNA-methylatie lijkt een bruikbare biomarker van allergische ziekte, en kan mogelijk worden toegepast bij diagnostiek van allergie in de eerste levensjaren.

(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2022;22(3):84–90)