Samenvatting
Allergische symptomen treden vaak al op de kinderleeftijd op. Het zich ontwikkelende immuunsysteem is zeer gevoelig voor de invloed van omgevingsfactoren. Het risico op het ontstaan van allergische aandoeningen wordt daarom al vroeg in het leven bepaald. Hoewel er nu grotendeels consensus is dat sensibilisatie niet voor de geboorte optreedt, zijn er wel voldoende aanwijzingen dat het immuunsysteem van kinderen die later een allergie zullen ontwikkelen al prenataal anders geprogrammeerd is. Blootstelling in utero aan endogene en exogene maternale omgevingsfactoren kan stabiele epigenetische veranderingen in genexpressie induceren en deze doorgeven aan nakomelingen in volgende generaties. Veel van deze factoren werden eerder al geassocieerd met effecten op het perinatale immuunmaturatieproces of in epidemiologische studies met allergie. Het betreft vooral genen die coderen voor enzymen betrokken bij oxidatieve stress en voor eiwitten betrokken bij metabole en immunologische processen. De concepten van epigenetische regulatie hebben geleid tot een beter inzicht in de wijze waarop omgevingsfactoren genexpressie en daarmee de predispositie, maar ook het fenotype van allergische ziekten beïnvloeden. Verder onderzoek naar de invloed van omgevingsfactoren op de regulatie van genen is van groot belang om allergische aandoeningen beter te begrijpen.
(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2012;12:145-154)