Samenvatting
Recent zijn de Europese en Amerikaanse richtlijnen voor de diagnostiek, classificatie en therapie van urticaria herzien. In dit artikel worden de veranderingen met de eerdere Europese richtlijn beschreven evenals de verschillen tussen de twee richtlijnen. Onder chronische urticaria vallen zowel chronische spontane urticaria (vroeger idiopathische urticaria) als chronische induceerbare urticaria (vroeger fysische urticaria, cholinerge en aquagene urticaria en contacturticaria). Er is een diagnostisch algoritme ontwikkeld. Daarnaast wordt een therapeutisch algoritme gepresenteerd voor chronische urticaria. Hierbij start men met tweedegeneratieantihistaminica. Bij onvoldoende effect wordt de dosering hiervan verhoogd tot maximaal viermaal de standaarddosering per dag. Bij aanhoudende klachten wordt montelukast, ciclosporine of omalizumab toegevoegd en een exacerbatie kan worden behandeld met kortdurend prednisolon. Het effect van therapie, evenals de impact op het dagelijks leven van de patiënt, kan worden bepaald met behulp van vragenlijsten gericht op ziekteactiviteit en kwaliteit van leven.
(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2014;14:151-57)