Lucht- en bodemvervuiling zijn niet alleen schadelijk voor het milieu, maar hebben ook aanzienlijke gevolgen voor de volksgezondheid in Nederland, en daar hangt een stevig prijskaartje aan. Volgens een recente analyse van Pointer (KRO-NCRV) bedroeg de gezondheidsschade door milieuvervuiling in 2022 naar schatting 18 miljard euro. De grootste veroorzaker van deze schade is de landbouwsector, verantwoordelijk voor 7,1 miljard euro aan gezondheidskosten.
Het onderzoek baseert zich op de methodologie van het Europees Milieuagentschap (EEA), toegepast op Nederlandse uitstootgegevens van vijftien schadelijke stoffen. De onderzoekers evalueerden meerdere economische sectoren en 860 specifieke bedrijfslocaties. Hoewel luchtvervuiling sinds de jaren negentig aanzienlijk is afgenomen, voldoet Nederland nog steeds nergens aan de aangescherpte advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) uit 2021. Deze normen zijn strenger geworden op basis van nieuw bewijs dat zelfs lage concentraties vervuilende stoffen al schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid.
De landbouwsector, en in het bijzonder de veehouderij, is de grootste bron van gezondheidsschade door luchtvervuiling in Nederland. De uitstoot van ammoniak, voornamelijk afkomstig van mest, speelt hierin een sleutelrol. Ammoniak reageert in de atmosfeer met andere stoffen en vormt fijnstof, een stof die diep in de luchtwegen doordringt en bijdraagt aan aandoeningen zoals astma, COPD en bepaalde vormen van kanker. De rundveesector alleen al veroorzaakte in 2022 naar schatting 3,1 miljard euro aan schade, meer dan de 2,4 miljard euro die werd toegeschreven aan uitlaatgassen van wegverkeer. Omdat fijnstof zich over grote afstanden verspreidt, blijft de impact van de veehouderij niet beperkt tot landelijke gebieden, maar treft deze ook stedelijke omgevingen.
Met 5,3 miljard euro aan gezondheidsschade staat de verkeer- en vervoersector op de tweede plaats. Deze sector omvat niet alleen wegverkeer, maar ook binnenvaartschepen en mobiele werktuigen in de bouw. Vooral in stedelijke gebieden is de uitstoot van fijnstof en stikstofoxiden merkbaar. Zo droeg luchthaven Schiphol in 2022 bij met een geschatte 161 miljoen euro aan gezondheidskosten.
De industriële sector, inclusief energiecentrales en raffinaderijen, veroorzaakte gezamenlijk 3,1 miljard euro aan schade. Tata Steel in IJmuiden stond in 2022 bovenaan de lijst met een geschatte impact van 408 miljoen euro. Andere grote vervuilers waren de raffinaderijen van Esso (185 miljoen euro) en Shell (176 miljoen euro) in Rotterdam. Nummer 4 op de lijst is het al genoemde Schiphol.
Een verrassende bron van gezondheidsschade is het gebruik van producten door consumenten, zoals houtkachels en vuurwerk. Deze activiteiten droegen in totaal 1,4 miljard euro bij aan de totale gezondheidsschade. Het stoken van hout produceert fijnstof dat vergelijkbare schadelijke effecten heeft als industriële emissies.
Luchtvervuiling is, na roken, de grootste veroorzaker van gezondheidsschade in Nederland. Jaarlijks worden 50.000 longpatiënten opgenomen in het ziekenhuis, en naar schatting een op de vijf kinderen met astma ontwikkelt de ziekte door luchtvervuiling. Naast longziekten verhoogt luchtvervuiling het risico op hart- en vaatziekten, een hoge bloeddruk en complicaties bij geboortes, zoals een laag geboortegewicht en vroeggeboortes.
De cumulatieve impact resulteert in een jaarlijkse voortijdige sterfte van ongeveer 11.000 Nederlanders, die gemiddeld acht maanden eerder overlijden. De grootste kostenpost van luchtvervuiling zijn de verloren levensjaren, die economen waarderen vanwege hun gebruik in beleid, verzekeringen en medische beslissingen. Naast directe zorgkosten omvatten deze kosten ook maatschappelijke verliezen door ziekteverzuim en verminderde productiviteit.
Károly Illy, directeur van het Longfonds, benadrukt de urgentie van strengere luchtkwaliteitsnormen: “Ambitieus luchtkwaliteitsbeleid kan niet alleen de gezondheidskosten verlagen, maar ook de druk op het zorgsysteem verminderen.” Volgens hem ligt er een belangrijke kans in het terugdringen van emissies uit de landbouw, wegverkeer en houtstook.
Bronnen