Dupilumab is effectief als onderhoudsbehandeling bij mensen met ernstig astma met type 2-ontsteking gekenmerkt door verhoogde bloed-eosinofielen en/of verhoogde fractie van stikstofmonoxide in de uitgeademde lucht (FeNO) die onvoldoende onder controle is ondanks hoog gedoseerde inhalatiecorticosteroïden. Een posthoc-analyse van Bateman en collega’s, die hij presenteerde tijdens ERS, laat nu zien dat dit geldt voor zowel het allergische als het niet allergische fenotype.1
Prof. dr. Eric Bateman (University of Cape Town, Zuid-Afrika)
Dupilumab is door de EMA geregistreerd voor de behandeling van matig tot ernstig astma met type 2-inflammatiepatroon, gekenmerkt door verhoogde bloed-eosinofielen en/of verhoogde FeNO. Dupilumab is een humaan monoklonaal antilichaam tegen de gedeelde receptor voor IL-4 en IL-13, die een belangrijke rol spelen bij ziekten met ontsteking type 2, zoals atopisch eczeem en astma. In de LIBERTY ASTHMA QUEST-studie werd aangetoond dat dupilumab in vergelijking met placebo zorgde voor significant minder ernstige astma-aanvallen bij patiënten met moeilijk behandelbaar matig tot ernstig astma.2 De behandeleffecten waren in die studie groter bij patiënten met verhoogde type 2-biomarkers bij aanvang. Patiënten uit de QUEST-studie werden uitgenodigd om deel te nemen aan de LIBERTY ASTHMA TRAVERSE open-label extensiestudie voor het vaststellen van de werkzaamheid en veiligheid op langere termijn. Daarin kregen zij een dosering van 300 mg per 2 weken tot maximaal 96 weken.
In de posthoc-analyse, gepresenteerd tijdens ERS 2021, werd onderzocht of er verschil was tussen de patiënten met of zonder het allergische fenotype astma, gedefinieerd als totaal serum-IgE ≥ 30 IE/ml en ≥ 0,35 kU/l aero-allergeenspecifiek IgE bij aanvang van de QUEST-studie en met kenmerken van type 2 inflammatoir astma. Daarbij werd gekeken naar de jaarlijkse frequentie van ernstige astma-aanvallen tijdens QUEST en TRAVERSE, en naar de gemiddelde verandering van de FEV1 (‘forced expiratory volume, 1 second’) voor inhalatie van een kortwerkende bronchodilator ten opzichte van de uitgangswaarden.
De resultaten van de analyse zijn samengevat in Tabel 1.
Dupilumab verlaagde de frequentie van astma-aanvallen. Dit effect hield aan tot en met 96 weken. Er werd geen verschil gevonden tussen patiënten die eerst placebo hadden gehad in de QUEST-studie en patiënten die vanaf het begin waren behandeld met dupilumab. Bovendien kwam in deze analyse geen onderscheid naar voren tussen patiënten met het allergische fenotype en patiënten zonder het allergische fenotype. Dit gold ook voor de verandering in FEV1 – daar kwam ook geen verschil naar voren tussen patiënten met of zonder het allergische fenotype.
CONCLUSIE
De onderzoekers concluderen dat dupilumab bij patiënten met type 2 inflammatoir astma geassocieerd is met een duurzame afname in het aantal astma-aanvallen en verbetering van de longfunctie onafhankelijk van de allergische status.
Referentie