Fase IIa-studie naar itepekimab bij patiënten met matig-ernstige tot ernstige COPD

maart 2022 Klinische trials Willem van Altena

Itepekimab is een monoklonaal antilichaam dat zich richt op interleukine 33, een eiwit dat wordt gecodeerd door het IL33-gen. Bekend is dat dit middel klinische activiteit vertoont in de behandeling van astma, maar het was nog onvoldoende vastgesteld of dit ook het geval is bij COPD. Om hier meer wetenschappelijk bewijs voor te vinden is een fase IIa-studie opgezet die tot doel had effectiviteit en het bijwerkingenprofiel van itepekimab vast te stellen bij patiënten met matig-ernstige tot ernstige COPD.

De dubbelblinde fase IIa-studie vond plaats in 83 centra in 10 landen. Deelnemende patiënten werden gerandomiseerd naar ofwel itepekimab, ofwel placebo bovenop de standaardzorg. COPD-patiënten tussen de 40 en 75 jaar oud, die rookten of gerookt hadden, minstens 1 jaar eerder met COPD waren gediagnosticeerd en die werden behandeld met een onderhoudsbehandeling door middel van een inhalator werden geïncludeerd. In totaal werden 342 patiënten behandeld met ofwel 300 mg itepekimab, ofwel placebo, in de vorm van 2 subcutane injecties elke 2 weken gedurende 24 tot 42 weken.

Primaire uitkomstmaat was het aantal matig-ernstige tot ernstige exacerbaties van de COPD op jaarbasis. Secundaire uitkomstmaat was de verandering in prebronchodilator FEV1 vanaf aanvang van de studie tot week 16 tot 24.

Bevindingen

Genetische analyse toont een associatie aan van verminderde functie van IL33 met een verlaagd COPD-risico, en verhoogde functie van IL33 en IL1RL1 met een verhoogd risico. Tussen juli 2018 en februari 2020 werden 343 patiënten behandeld met ofwel placebo (n=171) ofwel itepekimab (n=172). Omgerekend naar jaarbasis was de ratio van acute COPD-exacerbaties 1,61 (95%-BI: 1,32-1,97) in de placeboarm en 1,30 (95%-BI: 1,05-1,61) in de itepekinab-arm. (RR: 0,81; 95%-BI: 0,61-1,07; p=0,13).

Wanneer alleen voormalige rokers in beschouwing werden genomen, werd een significante afname in het aantal acute exacerbaties op jaarbasis gezien (RR: 0,58; 95%-BI: 0,39–0,85; p=0,0061) en verbetering van prebronchodilator FEV1, in vergelijking met placebo. Bij COPD-patiënten die nog steeds rookten was geen verbetering te zien wat betreft het aantal exacerbaties of FEV1.

Behandelgerelateerde ernstige bijwerkingen deden zich voor bij 135 patiënten in de itepekimab-groep en bij 136 in de placebogroep (respectievelijk 78% en 80%). De meest voorkomende ernstige bijwerkingen waren nasofaryngitis (16% in de itepekimab-groep en 17% in de placebogroep), bronchitis (10% versus 8%), hoofdpijn (8% versus 13%) en infecties van de bovenste luchtwegen (85 versus 9%).

Conclusie

De onderzoekers stellen vast dat itepekimab het aantal exacerbaties reduceerde bij voormalige rokers met COPD. Tevens verbeterde itepekimab de longfunctie. Er zijn inmiddels 2 fase III-studies opgestart om de werkzaamheid en het bijwerkingenprofiel van itepekimab bij oud-rokers met COPD verder vast te stellen.

Referentie

Rabe KF, Celli BR, Wechsler ME, et al. Safety and efficacy of itepekimab in patients with moderate-to-severe COPD: a genetic association study and randomised, double-blind, phase 2a trial. Lancet Respir Med. 2021 Nov;9(11):1288-1298.