NTvAAKI - jaargang 20, nummer 3, augustus 2020
drs. A.M.A. Berends , dr. L.B. Bungener , dr. J.N.G. Oude Elberink
Het alfa-galsyndroom is een allergische reactie op rood vlees na eerdere sensibilisatie voor immunoglobuline noglobuline E (IgE)-antistoffen tegen alfa-gal, secundair aan doorgemaakte tekenbeten. De aandoening kan zich op verschillende manieren presenteren; van anafylaxie tot een beeld dat lijkt op chronische urticaria, waarbij de klachten meestal 2–6 uur na het eten van rood vlees ontstaan. Daarnaast is bij het alfa-galsyndroom ook voorzichtigheid geboden met gebruik van cetuximab, bepaalde infuusvloeistoffen (gelofusine, haemaccel) en kunstmateriaal van dierlijk weefsel, aangezien deze ook alfa-gal kunnen bevatten en daarmee eenzelfde kruisreactie kunnen veroorzaken. Het is opvallend dat de aandoening bij het uitblijven van nieuwe tekenbeten en een (tijdelijk) rood vleesvrij dieet meestal zelflimiterend is, maar bij anafylaxie kan eindigen in een fatale afloop. Verder zal het alfa-galsyndroom vaak niet als zodanig worden herkend. Het achterhalen van de specifieke oorzaak (het allergeen) bij allergische reacties is van cruciaal belang voor het langetermijnrisicomanagement van de aandoening. In dit artikel worden meerdere casussen besproken waarbij wordt ingegaan op genoemde aspecten.
(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2020;20:112-7)
Lees verderNTvAAKI - jaargang 20, nummer 2, mei 2020
S.J. Driessen
Na het eten van tonijn met te hoge concentraties histamine kan een scombroïde-intoxicatie optreden. De bijbehorende klachtenpresentatie kan lijken op die van een voedselvergiftiging of allergie. Herkenning van dit ziektebeeld is van belang aangezien het goed behandelbaar is middels orale antihistaminica.
(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2020;20:65-66)
Lees verderNTvAAKI - jaargang 20, nummer 2, mei 2020
dr. M. Gutteling-van der Heijden , dr. J. de Metz , drs. P. van Hengel , drs. J.A.F. van Weering , dr. J.L.G. Blaauwgeers , dr. P. Bresser
Achtergrond: Diffuse panbronchiolitis is een longziekte die wordt gekarakteriseerd door progressieve luchtwegobstructie als gevolg van een aspecifieke ontsteking van de respiratoire bronchioli. De ziekte wordt bijna alleen gerapporteerd bij Oost-Aziaten. Casus: Patiënt A, een 20-jarige Kaukasische man werd afhankelijk van ‘extracorporeal life support’ vanwege respiratoire insufficiëntie. De klinische diagnose diffuse panbronchiolitis werd gesteld op basis van: zeer veel purulent slijm in de luchtwegen -zonder dat hiervoor een microbiologische oorzaak werd gevonden-, een overwegend neutrofiel ontstekingsinfiltraat en het uitblijven van enige verbetering na 7 dagen behandeling met prednisolon en breedspectrum antibiotica. Gestart werd met erytromycine als immuunmodulerend middel. Kort na de start van de behandeling met erytromycine verbeterde de respiratoire conditie van de patiënt en in de maanden nadien herstelde hij volledig. Patiënt B, een 18-jarige Kaukasische man had klachten van hoesten met veel purulent sputum. Zijn CT-scan toonde bronchopathie, bronchiëctasieën en uitgebreide centrilobulaire afwijkingen in een ‘boom-in-knop’ (‘tree-in-bud’)-configuratie. Uitgebreid aanvullend onderzoek toonde geen infectieuze verklaring. Na het starten van de behandeling met azitromycine verdwenen zijn klachten en normaliseerde zijn thorax-CT-scan. Conclusie: Deze casuïstiek toont aan dat ook bij patiënten met een Kaukasische achtergrond een ziektebeeld kan optreden dat klinisch vergelijkbaar is met diffuse panbronchiolitis. Langdurige behandeling met macroliden heeft hier een gunstig effect op de klachten en prognose.
(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2020;20:67-72)
Lees verderNTvAAKI - jaargang 20, nummer 1, februari 2020
dr. A.C.M. Kunkeler , drs. Y.C.M. Duijvestijn
Contactallergieën op de kinderleeftijd komen vaker voor dan eerder werd aangenomen en kunnen een rol spelen bij patiënten met moeilijk te behandelen atopisch eczeem. Het uitvoeren van epicutane testen/ plakproeven bij kinderen wordt toegelicht en enkele casussen worden beschreven met veelvoorkomende contactallergieën.
(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2020;20:29-31)
Lees verderNTvAAKI - jaargang 19, nummer 4, november 2019
Drs. G.H.J. Rösken , drs. M. van Maaren , dr. M.A.W. Hermans
Ernstige anafylactische reacties komen vaker voor bij patiënten met mastocytose. De bekendste triggers zijn gif van Hymenoptera en anesthetica. Een anafylactische reactie op een antibioticum als eerste uiting van indolente systemische mastocytose is niet eerder beschreven en bij een anafylactische reactie door antibiotica zal in het algemeen zelden aan mastocytose worden gedacht. Deze casus betreft een patiënt met een anafylactische reactie op amoxicilline en met een bewezen sensibilisatie voor de β-lactamring. Vervolgens vertoonde de patiënt nogmaals anafylactische reacties na inname van clindamycine en na inname van doxycycline. Op basis van een verhoogd serum tryptase en het vaststellen van de bijpassende huidafwijkingen werd na de vierde reactie indolente systemische mastocytose vermoed. Daarom is het advies om bij minimaal 2 niet-gerelateerde anafylactische episoden na inname van een antibioticum screenend onderzoek te doen naar mastocytose met lichamelijk onderzoek en een bepaling van het tryptasegehalte in serum.
(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2019;19:19:154-8)
Lees verderNTvAAKI - jaargang 19, nummer 1, februari 2019
I.M. Raats-ten Cate MSc, drs. J. van der Maten , dr. M.J. Overbeek , drs. J.T. ten Holder
In dit artikel wordt een patiënt beschreven met chronische myeloïde leukemie die een medicatie-geïnduceerd interstitieel longbeeld ontwikkelde op het middel imatinib. De diagnose werd per exclusionem gesteld. Er was een goede reactie op prednison en het staken van imatinib. Ook herintroductie van imatinib onder een lage dosis corticosteroïden was langdurig succesvol.
(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2019;19:22-27)
Lees verderNTvAAKI - jaargang 18, nummer 4, november 2018
A.A. Lemij , dr. L.N. van Veen , dr. H. de Groot
Bij veel kinderen is er sprake van een verdenking op een penicillineallergie, terwijl slechts een klein percentage daadwerkelijk een type I-IgE-gemedieerde allergie heeft. Door de relatief lage prevalentie hiervan en het veelvuldige gebruik van penicillines is het van belang om een verdenking op een dergelijke allergie al op jonge leeftijd vast te stellen of uit te sluiten. De huidige diagnostiek voor kinderen is gebaseerd op richtlijnen voor volwassenen, waarbij bij een verdenking op een allergische reactie eerst een intracutane huidtest wordt verricht, gevolgd door een open provocatie. Intracutane huidtesten hebben echter bij een type IV-gemedieerde dermale bijwerking een lage diagnostische waarde en zijn bovendien pijnlijk, waardoor deze eerste stap bij kinderen door sommige artsen wordt overgeslagen. In dit onderzoek is geëvalueerd wat de meerwaarde is van deze huidtesten bij kinderen met een verdenking op penicillineallergie. In het Centrum voor Kind en Allergie van het Reinier de Graaf Gasthuis te Delft werd geen meerwaarde gevonden voor een huidpriktest en/of intracutane huidtest bij een verdenking op een niet-acute allergische reactie door penicilline. Er kan dus voortaan direct een open provocatie met penicilline plaatsvinden om het stempel penicillineallergie te ontkrachten. Bij een verdenking op een ernstige type I-IgE-gemedieerde allergische reactie wordt echter wel aangeraden om allereerst huidpriktesten te verrichten en indien negatief door te gaan met intracutane huidtesten.
(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2018;18:159-164)
Lees verder