NIEUWE BEHANDELMETHODES ALLERGIE

NAALDVRIJE ALTERNATIEVEN VOOR EPINEFRINE AUTOINJECTOR IN ONTWIKKELING

NTvAAKI - 2023, nummer Astma special, november 2023

Drs. M. Haakman-Groot

Het gebruik van een epinefrine auto-injector is de gouden standaard bij een ernstige allergische reactie. Het is een eerstelijns, levensreddende therapie voor patiënten met een ernstige allergische reactie of anafylaxe.1 Het blijkt echter dat deze auto-injector vaak te weinig, te laat of verkeerd wordt gebruikt. In een meta-analyse uit 2021, met data uit 53 studies, werd gezien dat bij slechts een vijfde van de pediatrische anafylaxegevallen epinefrine werd gebruikt voor aankomst in het ziekenhuis.2 Bij volwassenen bleek dit gebruik nog schaarser; bij minder dan 10% van de volwassenen die in het ziekenhuis kwamen wegens anafylaxe was vooraf al epinefrine toegediend. De epinefrine autoinjector wordt dus lang niet zo vaak ingezet als wenselijk zou zijn bij anafylaxe, waarbij snel handelen essentieel is. Het gebruik van een geneesmiddel met een naald lijkt hierbij een belangrijke barrière te zijn. Zo bleek uit een recent onderzoek onder tweehonderd allergiepatiënten en hun verzorgers dat het gebruik moeten maken van een injecteerbaar medicijn, en de mogelijke pijn die hierbij ontstaat, een belangrijke reden is om te twijfelen over de inzet van de auto-injector.3 Uit een andere studie bleek dat het voor verzorgers lastig kan zijn om in te schatten was of een reactie ernstig genoeg is voor de inzet van de epinefrine auto-injector, waardoor soms wordt gekozen voor mildere medicatie zoals histamine.4 Ook in deze studie werd angst weer genoemd als een reden om de injector niet te gebruiken; enerzijds wegens de reactie die het bij het patiënt zal opwekken en de anderzijds de angst om een auto-injector te moeten hanteren. De afgelopen jaren zijn er verschillende geneesmiddelen ontwikkeld die een alternatieve, naaldloze toediening van epinefrine bieden en zo mogelijk een deel van de barrières bij de (zelf)toediening wegnemen. Zo zijn er twee nasale sprays ontwikkeld, Neffy® en UTULYTM, en een sublinguale strook die onder de tong oplost, de AQST-109, die momenteel worden getest op effectiviteit of zich in het goedkeuringsproces van de FDA of EMA bevinden.

Lees verder

OMALIZUMAB ONDERZOCHT ALS MOGELIJKE EERSTE BIOLOGICAL BIJ VOEDSELALLERGIE

NTvAAKI - 2023, nummer Astma special, november 2023

Drs. M. Haakman-Groot

Biologicals spelen een steeds grotere rol in de moderne geneeskunde. Momenteel worden biologicals, geneesmiddelen waarvan de werkzame stof vervaardigd is door of afkomstig is van een levend organisme, al ingezet bij de behandeling van verschillende aandoeningen waaronder auto-immuunziekten, kanker en inflammatoire aandoeningen. Het gebruik van biologicals heeft de behandeling van sommige ziekten getransformeerd en gaat vaak gepaard met minder bijwerkingen dan traditionele geneesmiddelen wegens de doelgerichte werking.1 De toepassing van biologicals vereist echter wel vaak een zorgvuldige afstemming op de individuele patiënt en voortdurende monitoring van effectiviteit en veiligheid. De biological omalizumab is een gehumaniseerd monoklonaal antilichaam dat zich selectief bindt aan humaan immunoglobuline (IgE), waardoor de hoeveelheid vrij IgE in het serum afneemt dat de allergische cascade kan starten. Momenteel is omalizumab geïndiceerd als aanvullende behandeling bij overtuigend IgE-gemedieerd ernstig astma, ernstige chronische rinosinusitis met neuspoliepen en chronische spontane urticaria.2 Vanwege de binding aan het antilichaam IgE, dat een centrale rol speelt bij allergische reacties, is de vraag gerezen of omalizumab ook het ontstaan allergische reacties door blootstelling aan een voedselallergeen zou kunnen voorkomen. Toediening van de injectietherapie in combinatie met immuuntherapie leidde in een eerdere kleine studie tot gunstige uitkomsten bij patiënten met een voedselallergie. Nu wordt ook in een nieuwe Amerikaanse studie op grotere schaal onderzocht of omalizumab effectief en veilig kan worden ingezet bij voedselallergiepatiënten, als monotherapie of in combinatie met orale immuuntherapie.3

Lees verder