KLINISCHE IMMUNOLOGIE

‘Common-variable immunodeficiency’: What’s in a name? Een praktische samenvatting

NTvAAKI - jaargang 15, nummer 5, november 2015

dr. K. de Leeuw , dr. A. Rutgers

Samenvatting

‘Common-variable immunodeficiency’ (CVID) is de meest voorkomende primaire afweerstoornis bij volwassenen. Het wordt gekenmerkt door een verminderde productie van specifieke antistoffen. Hierdoor treden vaker dan normaal infecties op, vooral van de luchtwegen en de tractus digestivus. Naast infecties komen er auto-immuunziekten en inflammatoire beelden voor, zoals interstitiële longafwijkingen en enteropathie. De behandeling is gericht op het voorkómen van infecties en het behandelen van deze complicaties. CVID-patiënten met veel schade door frequente infecties, zoals bronchiëctasieën en/of met deze ziekte geassocieerde inflammatoire beelden, hebben een slechtere prognose. De slechtere prognose wordt tevens bepaald door een verhoogde incidentie van maligniteiten. Vroege herkenning en behandeling van CVID en deze geassocieerde beelden zijn dus van groot belang. In dit artikel wordt een praktische samenvatting van dit ziektebeeld gegeven.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2015;15:155-162)

Lees verder

Periodiekekoortssyndromen

NTvAAKI - jaargang 15, nummer 4, september 2015

J. Jeyaratnam , dr. J. Frenkel

Samenvatting

Periodiekekoortssyndromen worden gekenmerkt door steriele ontstekingsreacties met een sterke acutefaserespons. Vroege herkenning en behandeling kunnen leiden tot een betere kwaliteit van leven en AA-amyloïdose voorkomen.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2015;15:113-118)

Lees verder

De zin en onzin van griepvaccinatie

NTvAAKI - jaargang 15, nummer 3, mei 2015

dr. W. van der Hoek , dr. A.B. van Gageldonk-Lafeber , dr. L. van Asten , dr. A. Meijer

Samenvatting

Er is regelmatig discussie onder professionals en het publiek of griepvaccinatie wel zinvol is. Ieder jaar wordt de samenstelling van het influenzavaccin opnieuw vastgesteld om te trachten een zo goed mogelijke match te krijgen tussen het vaccin en de circulerende virussen. De effectiviteit van het influenzavaccin kan ieder seizoen weer anders zijn en is over het algemeen inderdaad beperkt. Influenzavirusinfectie is echter nog steeds een belangrijke oorzaak van morbiditeit en mortaliteit en vaccineren van risicogroepen blijft de belangrijkste preventieve maatregel die thans beschikbaar is. Er is wel dringend behoefte aan nieuwe en betere vaccins.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2015;15:78-83)

Lees verder

Een neus voor systeemziekten

NTvAAKI - jaargang 15, nummer 1, februari 2015

dr. L.J. Schot , prof. dr. W.J. Fokkens

Samenvatting

De neus en neusbijholten zijn betrokken bij een aantal systeemziekten zoals vasculitiden, granulomateuze aandoeningen en verworven of aangeboren immuunstoornissen. De anamnese van neusklachten en het onderzoek van de neus en sinus helpen bij het kunnen stellen van de diagnose in een vroeg stadium en hebben een rol in de behandeling van de systeemziekte.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2015;15:9-14)

Lees verder

Coeliakie in een notendop

NTvAAKI - jaargang 14, nummer 4, november 2014

dr. C.E. Hogen Esch , dr. M.L. Mearin

Samenvatting

Coeliakie is een frequent voorkomende voedselintolerantie. Hierbij treedt bij genetisch gepredisponeerde individuen een immuungemedieerde T-celreactie op tegen gluten. Naast erfelijke factoren spelen ook omgevingsfactoren en een gestoorde afweerreactie (auto-immuniteit) een rol. Coeliakie kan zich presenteren met gastro-intestinale klachten, maar ook met extra-intestinale symptomen of zonder klachten, waardoor het herkennen van de ziekte soms lastig kan zijn. De ziekte kan zich op alle leeftijden manifesteren, zowel bij kinderen als bij volwassenen. Aanvullend onderzoek wordt verricht door de bepaling van specifieke coeliakieantistoffen, HLA-DQ2- en HLA-DQ8-genotypering en dunnedarmbiopten. Bij de diagnose coeliakie dient een levenslang glutenvrij dieet gevolgd te worden. Dit artikel geeft in een notendop een overzicht van het ziektebeeld coeliakie, waarbij de pathofysiologie, symptomen, diagnostiek, en behandeling voor kinderen en volwassenen aan bod zullen komen.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2014;14:143-50)

Lees verder

Het immuunsysteem in balans: inhibitoire immuunreceptoren in de klinische praktijk

NTvAAKI - jaargang 14, nummer 4, november 2014

dr. L.L. van den Hoogen , prof. dr. L. Meyaard

Samenvatting

Inhibitoire receptoren op immuuncellen remmen en reguleren de immuunrespons. De meeste inhibitoire receptoren bevatten een ‘tyrosine-based inhibitory motif’ (ITIM), dat via de rekrutering van fosfatasen in staat is een cellulaire respons af te remmen. Het belang van inhibitoire receptoren voor een adequaat immuunsysteem blijkt uit dierproeven waarin deze receptoren worden uitgeschakeld. Dergelijke dieren ontwikkelen heftiger verlopende infecties en zijn gevoeliger voor de inductie van auto-immuniteit. Bij mensen zijn polymorfismen in enkele genen die coderen voor inhibitoire receptoren geassocieerd met het ontstaan van auto-immuunziekten en astma. Door blokkade van een inhibitoire receptor wordt een immuunrespons bevorderd; van dit principe wordt al gebruikgemaakt bij de behandeling van maligniteiten. De diverse inhibitoire receptoren worden tot expressie gebracht op verschillende immuuncellen, waaronder mestcellen. Medicijnen die inhibitoire receptoren stimuleren, zouden in de toekomst kunnen worden gebruikt als gerichte immunosuppressiva bij de behandeling van verschillende ziekten zoals auto-immuunziekten, allergieën en astma.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2014;14:136-42)

Lees verder

Onderzoek naar pneumokokkenconjugaatvaccinaties voor zuigelingen in Nederland

NTvAAKI - jaargang 14, nummer 3, september 2014

dr. J. Spijkerman , dr. E.A.M. Sanders

Samenvatting

S. pneumoniae (pneumokok) is een grampositieve bacterie die resideert in de neus-keelholte van gezonde mensen, wat bekend staat als dragerschap. De hoge ziekte- en sterftelast en snel toenemende antibioticaresistentie benadrukken het belang van primaire preventie door pneumokokkenvaccinatie. In 2006 is het 7-valente pneumokokkenconjugaatvaccin ingevoerd in het Nederlandse Rijksvaccinatieprogramma voor alle zuigelingen op de leeftijd van 2, 3, 4 en 11 maanden. In 2011 is hiervoor een 10-valent vaccin in de plaats gekomen. Pneumokokkenconjugaatvaccinaties zijn zeer effectief in het voorkomen van ziekte veroorzaakt door de zeven tot tien typen die in het vaccin opgenomen zijn. Gevaccineerde kinderen verspreiden deze typen minder door afname van dragerschap. Hierdoor neemt ook ziekte door vaccintypen bij ongevaccineerden af (groepsimmuniteit). Echter, de gelijktijdige opkomst van niet-vaccintypen in de neus-keelholte maakt dat ziekte door niet-vaccintypen is toegenomen. Het netto-effect is echter nog steeds zeer gunstig, vooral voor kinderen en senioren. Maar het is van groot belang om de effecten van breder dekkende vaccins op neusdragerschap en ziekte in de bevolking goed te vervolgen.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2014;14:105-10)

Lees verder