
Het vertrouwen op klinische symptomen alleen is onvoldoende om te voorspellen welke kinderen met piepende ademhaling astma zullen ontwikkelen en baat hebben bij behandeling. Dat blijkt uit onderzoek gepresenteerd door Sejal Saglani, MD, PhD, hoogleraar kindergeneeskunde aan het National Heart and Lung Institute van Imperial College London, tijdens het European Respiratory Society (ERS) Congres 2024. De studie is ook gepubliceerd in vaktijdschrift Allergy. Objectieve testen, zoals het meten van eosinofielen in het bloed, zijn essentieel voor een vroege diagnose en om onnodig medicatiegebruik te voorkomen bij kinderen die geen astma ontwikkelen.
Piepende ademhaling treft tot een derde van alle zuigelingen en peuters, waarvan een derde later astma ontwikkelt. Het vroegtijdig identificeren van deze kinderen is cruciaal om ze met de juiste medicatie te kunnen behandelen, aldus experts.
Uit een clusteranalyse bleek dat kinderen met piepende ademhaling in twee hoofdgroepen kunnen worden ingedeeld: kinderen met frequente exacerbatieperiodes en kinderen met sporadische aanvallen. De eerste groep heeft een hoger risico op astma, gebruikt vaker astmamedicatie en vertoont tekenen van verminderde longfunctie en luchtwegontsteking, zoals verhoogde niveaus van stikstofmonoxide in de uitgeademde lucht en allergische sensibilisatie. Kinderen met frequente exacerbaties moeten vroegtijdig worden geïdentificeerd om exacerbatieperiodes te minimaliseren.
Eosinofilie, een verhoogd aantal eosinofielen in het bloed, blijkt een waardevolle biomarker te zijn voor het voorspellen van astma-exacerbaties en de respons op inhalatiecorticosteroïden. Kinderen met verhoogde eosinofielen hebben vaker ernstige en frequente exacerbaties en reageren beter op corticosteroïden. Bovendien hebben deze kinderen vaak onderliggende allergische sensibilisaties, wat het gebruik van corticosteroïden als behandelstrategie ondersteunt.
Saglani’s onderzoeksgroep werkt aan een point-of-care-test die snel en efficiënt eosinofielniveaus kan meten via een vingerprik. Voorlopige gegevens tonen aan dat kinderen met hogere eosinofielwaarden in de kliniek een grotere kans hebben op een astma-aanval binnen drie maanden.
De meerderheid van de kinderen met piepende ademhaling heeft echter geen eosinofiele ontsteking en reageert minder goed op corticosteroïden. Bij deze kinderen spelen virussen zoals het respiratoir syncytieel virus (RSV) en rhinovirus een cruciale rol bij het uitlokken van piepende ademhaling. Herhaalde virale infecties kunnen leiden tot ernstigere en frequentere exacerbaties, maar effectieve antivirale therapieën of vaccins tegen rhinovirus ontbreken nog.
Tot 50% van de kinderen met ernstige, terugkerende piepende ademhaling heeft ook bacteriële pathogenen zoals Moraxella catarrhalis en Haemophilus influenzae in de lagere luchtwegen. Voor deze kinderen kan behandeling met antibiotica een effectieve optie zijn.
De studie, gepresenteerd tijdens het ERS Congres 2024, onderstreept het belang van gepersonaliseerde behandelstrategieën voor kinderen met piepende ademhaling, gebaseerd op objectieve biomarkers zoals eosinofielen. Dit kan niet alleen onnodig medicatiegebruik voorkomen, maar ook de langetermijngevolgen van astma, zoals verminderde longfunctie, helpen beperken.
Referentie