Articles

Voorzetkamers zijn niet een-op-een uitwisselbaar

NTvAAKI - jaargang 19, nummer 3, augustus 2019

Prof. dr. P.N.R. Dekhuijzen , prof. dr. W.M.C. van Aalderen , dr. R.M.M. Kievits , drs. J. Kooistra , P. Hagedoorn , dr. J.F.M. van Boven

SAMENVATTING

Met alle vormen van inhalatoren, ook met voorzetkamers, gebruikt ter behandeling van astma en chronisch obstructief longlijden worden veel fouten gemaakt die een optimale depositie van geneesmiddelen in de longen reduceren. Zorgverleners moeten zich daarbij realiseren dat met de komst van diverse nieuwe voorzetkamers, deze niet eenop-een uitwisselbaar zijn. Er zijn verschillen in de beschikbare dosis die ter beschikking is voor de patiënt, de deeltjesgrootteverdeling, de weerstand van de inspiratieklep en de voorschriften met betrekking tot schoonmaak en onderhoud. Zorgverleners en patiënten moeten hierover goed gewaarschuwd en geïnformeerd zijn en blijven.

(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2019;19: 90-4)

Lees verder

Mythe en werkelijkheid over extrafijne aerosolen

NTvAAKI - jaargang 17, nummer 2, mei 2017

dr. A.H. de Boer , P. Hagedoorn , dr. N.H.T. ten Hacken

SAMENVATTING

Bij de behandeling van astma en COPD is het belangrijk om de perifere luchtwegen te bereiken met het geneesmiddel, omdat daar een belangrijke bijdrage wordt geleverd aan het ziektebeeld. De geneesmiddeldepositie uit dosisaerosolen en poederinhalatoren in de periferie van de long is echter zeer beperkt, voornamelijk door grote verliezen in de mond- en keelholte. Daarom wordt momenteel veel geëxperimenteerd met zogenoemde extrafijne aerosolen die ten opzichte van ‘standaard’ aerosolen bij een gelijk inhalatiedebiet een lagere keeldepositie geven. De verwachting is dat daarmee de behandeling van de meest distale luchtwegen kan worden verbeterd. Klinische studies met deze extrafijne aerosolen resulteren echter niet in eenduidige conclusies. Dit komt onder meer doordat er meestal veel meer variabelen in het spel zijn dan alleen de mediane diameter van de aerosoldeeltjes, maar ook doordat de depositiekans in de lagere luchtwegen afneemt wanneer de aerosol voor een substantieel deel uit submicrondeeltjes (diameter < 1 μm) bestaat. Dit is het geval bij polydisperse aerosolen met een massa mediane aerodynamische diameter rond 1 μm.

(NED TIJDSCHR ALLERGIE & ASTMA 2017;17:63-69)

Lees verder

Het belang van inhalatietechnologie voor een optimale luchtwegbehandeling

NTvAAKI - jaargang 16, nummer 4, november 2016

P. Hagedoorn , dr. A.H. de Boer , prof. dr. H.W. Frijlink

Samenvatting

De keuze aan inhalatiesystemen is de laatste jaren fors toegenomen en hiermee zien veel zorgverleners door de bomen het bos niet meer. Lang niet elke inhalator past bij elke patiënt dus moet er een weloverwogen keuze worden gemaakt. Om een goede keuze te kunnen maken is enige kennis meer dan wenselijk. De perfecte inhalator is de inhalator die het beste past bij de specifieke patiënt en zorgt voor een maximaal therapeutisch effect met minimale bijwerkingen. Dit kunnen dus verschillende inhalatoren zijn voor verschillende patiënten. Hierbij kan het ontwerp van de inhalator een belangrijke rol spelen. Daarnaast is het juiste gebruik van de inhalator en daarmee een goede instructie hierbij ook noodzakelijk. Enige kennis van de inhalatietechnologie om een goede instructie te kunnen geven zal absoluut een positieve bijdrage leveren aan de therapie. In dit artikel worden handvatten aangereikt om te komen tot een weloverwogen keuze. Verder wordt de wetenschappelijke onderbouwing gegeven voor de noodzaak van bepaalde handelingen en de voorwaarden waaraan een goede inhalator moet voldoen.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2016;16:130-136)

Lees verder