Articles

Een patiënte met benauwdheidsklachten en extreme hypereosinofilie

NTvAAKI - jaargang 15, nummer 3, mei 2015

drs. J.T. ten Holder , dr. J.S. van der Zee , dr. P. Bresser

Samenvatting

Op onze polikliniek presenteerde zich een met astma bekende vrouw met benauwdheidsklachten en een extreme eosinofilie. Er werd een brede differentiaaldiagnose opgesteld waarna patiënte uitgebreide diagnostiek onderging. Verscheidene aandoeningen, waaronder eosinofiele granulomatose met poly-angiitis (voorheen churg-strausssyndroom) en allergische bronchopulmonale aspergillose, konden worden uitgesloten waarna de werkdiagnose chronische eosinofiele pneumonie werd gehanteerd. Na instelling op een hoge dosis steroïden was er sprake van een dramatische verbetering.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2015;15:84-89)

Lees verder

Pulmonale alveolaire proteïnose: de rol van autoantistoffen tegen GM-CSF bij etiologie en diagnostiek

NTvAAKI - jaargang 13, nummer 3, september 2013

dr. E.J. Japenga , W.A. van Leeuwen , dr. S. Stapel , dr. J.S. van der Zee

Samenvatting

Pulmonale alveolaire proteïnose is een zeldzame aandoening die wordt gekarakteriseerd door ophoping van surfactant in de alveoli. De idiopathische (verworven) vorm komt het meest voor en is geassocieerd met het voorkomen van autoantistoffen tegen ‘granulocyte macrophage-colony stimulating factor’ (GM-CSF). Bepaling van autoantistoffen tegen GM-CSF is nu in Nederland mogelijk en betekent een belangrijke uitbreiding van de niet-invasieve diagnostische mogelijkheden wanneer er een verdenking op pulmonale alveolaire proteïnose bestaat.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2013;13:120-124)

Lees verder