Articles

De B-celkant van allergieën en chronisch inflammatoire ziekten: studies naar de oorsprong van IgE en IgG4

NTvAAKI - jaargang 20, nummer 2, mei 2020

dr. J.J. Heeringa

SAMENVATTING

Op 30 oktober 2018 promoveerde Jorn Heeringa aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam op het proefschrift getiteld: ‘The B-cell side of Allergy and Chronic Inflammatory Disease: Studies on the Source of IgE and IgG4’. Het onderzoek werd verricht aan de afdelingen Kindergeneeskunde en Immunologie van het Erasmus MC en gedeeltelijk uitgevoerd aan de afdeling Immunology and Pathology van de Monash University te Melbourne, Australië. Het onderzoek werd begeleid door prof. dr. Johan C. de Jongste en prof. dr. Jacques J.M. van Dongen met supervisie van dr. Menno C. van Zelm. De belangrijkste resultaten en conclusies worden in deze proefschriftbespreking toegelicht.

(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2020;20:73-75)

Lees verder

De bron van specifiek IgE: B-geheugencellen en plasmacellen

NTvAAKI - jaargang 15, nummer 3, mei 2015

dr. J.J. Heeringa , dr. M.C. van Zelm

Samenvatting

Hoewel immunoglobuline E (IgE) centraal staat in de inductie van IgE-gemedieerde allergieën, is slechts een beperkt aantal therapieën gericht op een reductie van (specifiek) IgE. Een van de oorzaken hiervan is de beperkte kennis over het ontstaan van de cellen die (specifiek) IgE produceren: IgE+-B-geheugencellen en IgE+-plasmacellen. Recente inzichten laten zien dat IgE+-B-cellen direct kunnen uitrijpen vanuit naïeve B-cellen, of indirect via IgG+-B-geheugencellen. Ook in humaan perifeer bloed zijn recent IgE+-B-geheugencellen en IgE+-plasmacellen waargenomen. De directe uitrijping van IgE+-B-cellen is mogelijk zonder hulp van T-cellen in lokaal (mucosaal) weefsel, en deze B-geheugencellen lijken betrokken bij de abnormale afweerreactie bij patiënten met atopische dermatitis. Dankzij deze nieuwe inzichten kunnen de cellen die verantwoordelijk zijn voor de allergische sensitisatie nu beter worden bestudeerd. Dit is belangrijk voor het ontwikkelen en optimaliseren van behandelingen tegen productie van (specifiek) IgE, zoals immunotherapie of anti-IgE-antistoftherapie.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2015;15:71-77)

Lees verder