Articles

Pannenkoekenallergie bij kinderen: het is niet altijd wat je denkt!

NTvAAKI - jaargang 21, nummer 4, december 2021

drs. T.P. Verheggen , dr. J. van den Berg , dr. L.N. van Veen , dr. H. de Groot

Regelmatig treden allergische reacties op na het eten van pannenkoeken. Naast de bekende ingrediënten als ei, melk en tarwe, kunnen er ook allergische reacties zijn op mijten en graanvervangers, zoals lupinemeel en boekweit. Ook is het belangrijk om de relatie tot inspanning uit te vragen in verband met zeldzame aan inspanning gerelateerde tarwe-afhankelijke anafylaxie. Deze casus werd gepresenteerd tijdens het 6e Symposium Kinderallergologie op 16 april 2021.

(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2021;21(4):149–53)

Lees verder

MAGIC-2: resultaten van sublinguale immuuntherapie met graspollensmelttabletten in de huisartsenpraktijk

NTvAAKI - jaargang 21, nummer 2, mei 2021

dr. I. Abdisalaam , dr. H. de Groot , dr. P.M.M. van Haard

SAMENVATTING

Allergische rinitis op basis van een graspollenallergie is een probleem dat veel wordt gezien in de huisartsenpraktijk. Bij patiënten bij wie een standaard behandeling niet aanslaat en/of die klachten ervaren met invloed op het dagelijks functioneren, kan sublinguale immuuntherapie een uitkomst bieden. In de MAGIC-2-studie worden de ervaringen beschreven van 54 Nederlandse huisartsenpraktijken met allergie-immuuntherapietabletten bij kinderen tussen de 5–17 jaar met een graspollenallergie. Slechts 30% van de kinderen had een mono-allergie voor graspollen, het merendeel van de deelnemers had multipele allergieën: naast graspollen ook huisstofmijt-, boompollen- en/of huisdierenallergie. Bij de eerste inname van het snel oplossende, gevriesdroogde tablet (smelttablet) had 36% van de deelnemers bijwerkingen, deze waren met name lokaal en mild tot matig van aard. Anafylactische reacties werden niet gemeld. Onder zowel de deelnemers (83%) als de voorschrijvende huisartsen (91%) was een hoge mate van tevredenheid. Het eerste jaar van de behandeling werd door 76% van de deelnemers afgerond. De resultaten van de MAGIC-2-studie bij huisartsen zijn vergelijkbaar met de resultaten van de MAGIC-1-studie bij medisch specialisten.
(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2021;21(2):42-7)

Lees verder

Overgevoeligheidsreactie op NSAID’s – protocol voor de toepassing van classificatie, diagnostiek en behandeling

NTvAAKI - jaargang 20, nummer 3, augustus 2020

dr. S. Spindler , dr. H. de Groot

SAMENVATTING

Overgevoeligheidsreacties op niet-steroïde-antiinflammatoire geneesmiddelen (NSAID’s) zijn inmiddels de meest voorkomende vorm van overgevoeligheidsreacties op geneesmiddelen. Ze komen zowel bij kinderen als volwassenen voor en leiden meestal tot milde klachten (met alleen huidverschijnselen zoals urticaria). Hiernaast kunnen overgevoeligheidsreacties ernstig verlopen en uitmonden in anafylaxie of ernstige cutane medicatiebijwerkingen (‘severe cutaneous adverse drug reactions’, SCAR). Er wordt onderscheid gemaakt tussen 2 groepen reacties: overgevoeligheidsreacties op meerdere NSAID’s, die chemisch niet op elkaar lijken (kruisreactieve NSAID-overgevoeligheidsreactie) en reacties op één bepaalde NSAID of NSAID’s uit dezelfde chemische groep (selectieve NSAID-overgevoeligheidsreactie). Het is belangrijk om de overgevoeligheidsreactie goed te classificeren omdat de adviezen voor toekomstig NSAID-gebruik verschillen. Indien de anamnese niet afdoende is, kan aanvullende diagnostiek in de vorm van provocaties noodzakelijk zijn.

(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2020;20:104-11)

Lees verder

Peulvruchten(kruis)allergie en de relatie met een pinda-allergie bij kinderen – ervaringen van de kinderartsallergologen

NTvAAKI - jaargang 20, nummer 2, mei 2020

dr. E. de Geus , dr. J. Emons , dr. H. Merkun-Wieland , dr. H. de Groot

SAMENVATTING

Voedselallergieën, waaronder de pinda-allergie, komen bij kinderen regelmatig voor. Pinda’s behoren tot de botanische familie peulvruchten. Over kruisreacties met peulvruchten bij een pinda-allergie en over de betrokken allergeencomponenten van peulvruchten naast de pinda is weinig literatuur beschikbaar. Een retrospectieve, observationele cohortstudie werd verricht onder 16 kinderen met een pinda-allergie dan wel een doperwt en/of linzenallergie zonder sensibilisatie voor pinda. Tevens werd een enquête naar peulvruchtenallergie gehouden onder de leden van de Sectie Kinderallergologie van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde. Kinderen met een pinda-allergie bleken in 91% (10 van de 11 kinderen) van de gevallen op oudere leeftijd tolerant voor doperwt te zijn geworden. Kinderen met een doperwt en/of linzenallergie zonder sensibilisatie voor pinda konden in 60% (3 van de 5 kinderen) van de gevallen wederom op oudere leeftijd doperwten en/of linzen tolereren. Deze bevindingen suggereren dat kinderen met een pinda-allergie naar verwachting de meeste peulvruchten zullen tolereren en dat zij in hun dieet niet uit voorzorg overige peulvruchten hoeven te vermijden. Alertheid is vereist bij kinderen met doorgemaakte anafylaxie op een andere peulvrucht naast de pinda en verergering van uiteenlopende atopische klachten na herhaaldelijke inname van overige peulvruchten naast pinda. Nader onderzoek is nodig naar de betrokken allergenen en het effect van bewerking op de eiwitcomponenten van een peulvruchten(kruis)allergie. Daarnaast is aandacht nodig voor het ontwikkelen van dubbelblinde provocaties en een veilig thuisintroductieschema specifiek gericht op peulvruchten.

NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2020;20:51-57)

Lees verder

Voor de dagelijkse praktijk van de kinderarts – zijn huidtesten nog nodig bij een verdenking op penicillineallergie?

NTvAAKI - jaargang 18, nummer 4, november 2018

A.A. Lemij , dr. L.N. van Veen , dr. H. de Groot

SAMENVATTING

Bij veel kinderen is er sprake van een verdenking op een penicillineallergie, terwijl slechts een klein percentage daadwerkelijk een type I-IgE-gemedieerde allergie heeft. Door de relatief lage prevalentie hiervan en het veelvuldige gebruik van penicillines is het van belang om een verdenking op een dergelijke allergie al op jonge leeftijd vast te stellen of uit te sluiten. De huidige diagnostiek voor kinderen is gebaseerd op richtlijnen voor volwassenen, waarbij bij een verdenking op een allergische reactie eerst een intracutane huidtest wordt verricht, gevolgd door een open provocatie. Intracutane huidtesten hebben echter bij een type IV-gemedieerde dermale bijwerking een lage diagnostische waarde en zijn bovendien pijnlijk, waardoor deze eerste stap bij kinderen door sommige artsen wordt overgeslagen. In dit onderzoek is geëvalueerd wat de meerwaarde is van deze huidtesten bij kinderen met een verdenking op penicillineallergie. In het Centrum voor Kind en Allergie van het Reinier de Graaf Gasthuis te Delft werd geen meerwaarde gevonden voor een huidpriktest en/of intracutane huidtest bij een verdenking op een niet-acute allergische reactie door penicilline. Er kan dus voortaan direct een open provocatie met penicilline plaatsvinden om het stempel penicillineallergie te ontkrachten. Bij een verdenking op een ernstige type I-IgE-gemedieerde allergische reactie wordt echter wel aangeraden om allereerst huidpriktesten te verrichten en indien negatief door te gaan met intracutane huidtesten.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2018;18:159-164)

Lees verder

Allergisch voor schapenmelk, maar niet voor koemelk

NTvAAKI - jaargang 17, nummer 3, september 2017

dr. A.O.J. van Thuijl , dr. L.G. Øistad , dr. T.W. de Vos , dr. H. de Groot

SAMENVATTING

Allergische reacties tegen schapenmelkeiwit zijn zeldzaam en worden voornamelijk beschreven als kruisreacties bij kinderen met koemelkallergie. Deze kruisreacties zijn het gevolg van de grote overeenkomst in melkeiwitten tussen botanisch verwante zoogdieren zoals koe, schaap en geit. Dat allergische reacties tegen schapenmelkeiwit ook voorkomen bij kinderen met een tolerantie voor koemelkeiwit wordt beschreven in deze casus. Een jongen die zijn hele leven tolerant is voor koemelk krijgt op 10-jarige leeftijd een anafylactische reactie na het eten van schapenkaas. De specifieke sensibilisatie voor schapenmelkeiwit werd bevestigd met een huidtest.

(NED TIJDSCHR ALLERGIE & ASTMA 2017;17:120-124)

Lees verder

Anafylaxie – een onderzoek naar de noodzaak én waarde van een simpel, praktisch actieplan op scholen

NTvAAKI - jaargang 16, nummer 4, november 2016

dr. H. de Groot , dr. L.N. van Veen , mw. M.N. van Rijckevorsel , mw. M.S. Clercx Lao , mw. J. van der Quast-Groen

Samenvatting

Er is een gebrek aan kennis over voedselallergie, anafylaxie en de behandeling ervan inclusief het op de juiste manier toedienen van de adrenalinepen op scholen. In een onderzoek op Delftse scholen bleek van de bedrijfshulpverleners 30% de symptomen van anafylaxie niet te herkennen, 73% op een onjuiste wijze de adrenalinepen toe te dienen en 75% had een onjuiste volgorde van handelen bij een opgetreden anafylaxie.

Een ouder en een met haar bevriende grafisch vormgever hebben in samenwerking met ons allergiecentrum een persoonlijk, simpel Actieplan Anafylaxie voor scholen ontwikkeld. Na de eerste 50 uitgegeven plannen hebben we een enquête gehouden of deze plannen voldeden aan efficiëntie, praktische toepassing en meer bewustwording op scholen. Het bleek dat dit Actieplan Anafylaxie voor scholen voorzag in een behoefte en een duidelijke meerwaarde liet zien voor ouders, kinderen en vooral schoolmedewerkers. Tenslotte geven we in dit artikel aanbevelingen ter verbetering van de kennis op scholen over kinderen met voedselallergie, en anafylaxie en het gebruik van de noodpen in het bijzonder. Er moeten heldere protocollen komen voor medewerkers van de scholen en deze moeten actief worden bijgeschoold.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2016;16:116-122)

Lees verder