Articles

Het Groningse urticariagroepsspreekuur, een eerste evaluatie

NTvAAKI - jaargang 15, nummer 3, mei 2015

dr. J.G.R. de Monchy , H.D.M. Smidt-Huizinga , E.M. Smidt , dr. J.N.G. Oude Elberink

Samenvatting

In het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) organiseert de afdeling Allergologie sinds een aantal jaren groepsspreekuren. Een van deze groepsspreekuren is bedoeld voor patiënten met urticaria en angio-oedeem, waarvan patiënten met chronische spontane urticaria (CSU, ook wel chronische idiopathische urticaria) de grootste groep is. Veel patiënten en verwijzers gaan er meestal onterecht van uit dat CSU wordt veroorzaakt door een allergische reactie. Laboratoriumdiagnostiek levert zelden resultaten die voor de behandeling relevant zijn. Aangezien patiënten vaak een ander verwachtingspatroon hebben, is educatie nodig om een adequate therapietrouw te bereiken. Groepsspreekuren koppelen de mogelijkheid van goede voorlichting aan een doelmatige inzet van middelen. In deze retrospectieve analyse is getracht het resultaat van de behandeling van patiënten met CSU die van november 2010 tot en met juni 2013 hebben deelgenomen aan het spreekuur te onderzoeken. De gegevens van 101 patiënten konden worden geëvalueerd. Na ongeveer een halfjaar behandeling gaf 79% van de patiënten aan verbeterd te zijn. Tien procent ervoer in deze periode een recidief van klachten. Drieënzestig procent van de patiënten was klachtenvrij (minder dan eenmaal per maand symptomen) bij gebruik van onderhoudsmedicatie.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2015;15:64-70)

Lees verder

Groepsspreekuren: meerwaarde voor de patiënt met pollenallergie?

NTvAAKI - jaargang 15, nummer 2, april 2015

H.D.M. Smidt-Huizinga , dr. S. v.d. Heide , dr. G.J. Jonker , dr. J.N.G. Oude Elberink

Samenvatting

De prevalentie van allergische rinitis bij volwassenen is hoog (10–30%). Allergische rinitis kan gepaard gaan met comorbiditeit zoals astma, conjunctivitis en voedselallergie. In het UMCG worden sinds 2011 patiënten met atopisch syndroom gezien op een collectief spreekuur, wat geresulteerd heeft in reductie van de wachttijd. In deze studie werden de effecten van het groepsspreekuur vergeleken met het individuele spreekuur met als belangrijkste parameters kwaliteit van leven en patiënttevredenheid. In deze prospectieve pilotstudie werden 52 patiënten geïncludeerd met pollenallergie. Patiënten die het groepsspreekuur bezochten, kregen op één dag groepsvoorlichting, diagnostisch onderzoek, consult bij de arts en behandeladviezen. Patiënten die individueel gezien werden, hadden eerst een consult bij de arts en kwamen op een later tijdstip terug voor diagnostisch onderzoek en behandeladviezen. Vooraf en in het boom- en graspollenseizoen werden door middel van vragenlijsten de kwaliteit van leven (RQLQ) en patiënttevredenheid geëvalueerd. De respons op de vragenlijsten was hoog (81%). Er werd een grote mate van comorbiditeit in de groep gezien: astma (56%) en ‘oral allergy syndrome’ (73%). De vooraf gemeten kwaliteit van leven (mediane RQLQ (interkwartielafstand)) was in beide groepen laag (3,4 (2,6–4,2)) en verbeterde sterk in zowel het boompollenseizoen (Δ 1,1 (0,4–2,7)) als het graspollenseizoen (Δ 1,1 (0,1–2,4)); tussen de twee groepen (groepsspreekuur versus individueel spreekuur) werd geen verschil gevonden. De kwaliteit van leven van patiënten met pollenallergie was laag en verbeterde sterk na behandeling, ongeacht of patiënten het groepsspreekuur dan wel het individueel spreekuur bezochten. De patiënttevredenheid was even groot in beide groepen. De invoering van groepsspreekuren heeft de efficiency van de poliklinische zorg sterk verbeterd, terwijl de kwaliteit van leven en patiënttevredenheid vergelijkbaar waren in beide groepen.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2015;15:55-61)

Lees verder