SAMENVATTING

De behandeltermijn van subcutane immunotherapie met allergeenextracten bij patiënten met allergische rinitis in het Diakonessenhuis te Utrecht varieert van 3 tot 5 jaar, afhankelijk van het klinische effect. Allergologen en patiënten van het Diakonessenhuis hebben aangegeven het lastig te vinden het juiste moment te kiezen om de behandeling af te ronden. Het probleem is dat er nu geen optimale, objectieve effectevaluatie van de behandeling is doordat een gevalideerd meetinstrument ontbreekt. Het doel van deze explorerende, ontwerp- en praktijkgerichte studie is te onderzoeken welk meetinstrument geschikt is voor een valide meting en evaluatie van het effect van subcutane immunotherapie bij patiënten met allergische rinitis in het Diakonessenhuis. De data zijn verkregen met behulp van verschillende onderzoeksmethoden (‘mixed method research’): onderzoek in diverse kennisbronnen, literatuuronderzoek, expertopiniegesprekken en benchmarkonderzoek.

In het literatuuronderzoek zijn geen aanbevelingen gevonden voor meetinstrumenten die gericht zijn op de klinische praktijk. Wel worden er aanbevelingen gedaan voor het meten van het klinische effect in klinische onderzoeken. In 2007 heeft de World Allergy Organization de ernst van de symptomen en de noodzaak voor daarmee gepaard gaande medicatie gedefinieerd als primair eindpunt voor het meten van het klinische effect van subcutane immunotherapie. Biomarkers en objectieve parameters, zoals IgE, IgG4 en huidpriktesten, worden niet aanbevolen voor de primaire beoordeling van het effect. Alle aanbevelingen uit het literatuuronderzoek en de criteria van de expertgroep in acht nemende voldoet de visueel analoge schaal het meest aan de criteria. Door de klachten van de patiënt te vertalen naar een kwantitatieve uitkomstmaat door middel van een meting met de visueel analoge schaal kan het effect van de behandeling beter worden geëvalueerd en de juiste behandelduur worden bepaald.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2018;18:102-110)