Mensen met chronische obstructieve longziekte (‘chronic obstructive pulmonary disease’, COPD) hebben vaak last van kortademigheid, en vaak wordt dan morfine in lage dosering voorgeschreven, hoewel het wetenschappelijk bewijs niet eenduidig is¹. Een nieuwe studie door Zweedse onderzoekers lijkt nu aan te tonen dat laaggedoseerde morfine weinig effectief is als behandeling voor chronische kortademigheid bij COPD-patiënten.
De BEAMS-studie² (een acroniem voor Breathlessness, Exertion, And Morphine Sulphate) is uitgevoerd door een team onder leiding van dr Magnus Ekström aan het Blekinge-ziekenhuis in Karlskrona, Zweden. Het ging om een multicenter, placebogecontroleerde, dubbelblinde fase III-studie waarbij 160 patiënten met een dyspneu stadium 3 of 4 (gewijzigde schaal van de Medical Research Council) in drie behandelarmen werden ingedeeld: morfine 8 mg per dag, morfine 16 mg per dag en placebo.
De patiënten beoordeelden hun kortademigheid zelf met een cijfer op een schaal van 0 tot 10. Na 1 week werden er weinig verschillen tussen de drie behandelarmen waargenomen. De groep die 8 mg per dag kreeg meldde een verbetering van 0,3 punten, en de 16 mg-groep vertoonde dezelfde cijfers. De mate van ernst van de dyspneu maakte daarbij niets uit.
In het begin van de tweede en de derde week van de behandeling werd de dosering verhoogd, telkens met 8 mg per dag. De maximale dosis morfine was dus 32 mg per dag. Maar geen enkele dosering correleerde met een vermindering van de dyspneu of een verbetering van de levenskwaliteit. Daarbij ging de behandeling gepaard met nogal wat bijwerkingen. Een op de drie patienten die morfine kregen vertoonden ernstige bijwerkingen zoals exacerbatie van de dyspneu en infectie. Bij de placebogebruikers gebeurde dat in 12% van de gevallen.
Daarmee denken de onderzoekers aan te tonen dat morfine weinig nut heeft als behandeling voor kortademigheid bij COPD-patienten. Toch sluiten ze niet uit dat morfine behandelvoordeel kan brengen bij patienten met gevorderde COPD of zeer ernstige dyspneu, in het kader van palliatieve zorg en op het einde van het leven. Bij die patiënten zou morfine een ernstige dyspneu kunnen verlichten.
Verder onderzoek is nodig om de werkzaamheid van morfine in specifieke groepen van COPD-patiënten, in hogere dosering of tijdens episoden van ernstige kortademigheid te vast te stellen.
Referenties